De Hes

Leefbaarheid

Als inwoners van Oosterbeek willen we graag een gezonde regio, een mooi dorp, een fijne wijk, een gezellige en veilige buurt om in te wonen. Kortom, een zekere kwaliteit van wonen, van leefbaarheid.

Als we ons richten op een leefbaar dorp, wat betekent dat dan?

Dat lijkt behoorlijk subjectief, want wat voor de een de ideale woonplek is, is dat voor een ander niet het geval. Openbaar vervoer binnen handbereik of juist goede ontsluiting voor eigen vervoer, ruimte voor kinderen of juist zorg om de hoek voor ouderen, duurzaam maar ook betaalbaar, huur of koop, om maar enkele voorbeelden te noemen.

Wanneer is een dorp, wijk of buurt leefbaar? Daar wordt natuurlijk op veel niveaus over nagedacht.

We hoeven het wiel dan ook niet opnieuw uit te vinden, neem bijvoorbeeld de ‘leefbaarometer’. Dit is een instrument, ontwikkeld in opdracht van de overheid, dat een poging doet om de ‘leefbaarheid’ meetbaar te maken. Een serieus instrument dat met veel onderzoek tot stand is gekomen en heel veel gegevens combineert om een beeld te vormen van de leefbaarheid van gemeenten en zelfs van wijken en buurten. Zie de online versie (en ontdek dat Renkum er als gemeente goed voor staat).

Hier slechts genoemd om een beeld te vormen en een gevoel te krijgen bij de dimensies die een belangrijke rol spelen bij leefbaarheid:

  • Fysieke omgeving (groene ruimte, nabijheid natuur, luchtkwaliteit, geluidsdruk, verkeersdrukte);
  • Woningvoorraad (kwaliteit woningen, ruimtelijke vormgeving, dichtheid bebouwing, eigendom);
  • Voorzieningen (openbaar vervoer, winkels, onderwijs, zorg, horeca, ontmoeting, cultuur, sport);
  • Sociale samenhang (sociale cohesie, buurtparticipatie, diversiteit);
  • Overlast en onveiligheid (misdrijven, ervaren overlast of juist veiligheid).

Buurtparticipatie is een mooi voorbeeld dat bijdraagt aan het gevoel van ‘mijn buurt’. Gezamenlijke initiatieven die genomen worden voor bijvoorbeeld het onderhoud van een plantsoen of speeltuin, verduurzaming of deelauto.  Overigens wordt buurtparticipatie genoemd in relatie tot eigen woningbezit, want een eigen woning betekent economisch belang en zijn eigenaren in de regel eerder bereid in de buurt te investeren. Het is dus zoeken naar balans.

Voor bepaalde, meetbare kenmerken zijn door de overheid normen opgesteld. Zo kunnen we bv. in het ontwerpbestemmingsplan voor de te ontwikkelen wijk De Hes lezen dat de voorkeurwaarden voor geluidsdruk op de gevels van een aantal woningen wordt overschreden. Concessies doen om meer woningen te kunnen realiseren en een project financieel haalbaar te maken, inclusief een vast te stellen contingent betaalbare woningen.

Alle respect dus voor projectontwikkelaars en gemeente die een veelheid aan tegenstrijdige belangen moeten zien te verenigen. Uitgangspunt moet blijven dat een wijk of buurt levensvatbaar is. In een buurt waar je jong en oud wilt zien, zal speelruimte moeten zijn voor kinderen en ontmoetingsplekken voor ouderen.

Als we naar de te realiseren wijk De Hes kijken, met daarin de restanten van een watermolen, dan is het de vraag of er een win-win situatie mogelijk is. Een historisch herkenningspunt kan een wijk interessant maken. Dit zou je kunnen combineren met groenvoorziening en iets van een (water) speelplek, en dan zodanig dat er zicht op blijft door omwonenden voor de veiligheid. Dit kan dan tevens een mooie ontmoetingsplek worden.

Het dorpsplatform let op de normen en de leefbaarheid, op inspraak en participatie van inwoners en denkt creatief mee met zowel bewoners als projectontwikkelaar en gemeente.

Comments are closed.